Foto navigatie
K008394
ID: K008394
De Kathedraal van Granada, hoofdkerk van het aartsbisdom Granada, is een zeer groot kerkgebouw, hoofdzakelijk uit de renaissancetijd. De kathedraal is 115 meter lang en 67 meter breed. Zij is gewijd aan de Maagd van de Incarnatie. Nadat Granada in 1492 door de christenen was veroverd, werd Granada zetel van een aartsbisschop. In 1501 besloot het katholieke koningspaar tot de bouw van een nieuwe, grote kathedraal op de plaats van de hoofdmoskee, die echter vanaf 1507 nog decennialang als kathedraal dienst deed. De nieuwe kathedraal moest als annex een grafkapel voor de koningen krijgen. De bouw van deze Koninklijke Kapel in gotische stijl begon in 1505, een jaar na de dood van koningin Isabella I van Castilië. De bouw in werd voortgezet door Ferdinand II van Aragon en in 1517, een jaar na diens dood, voltooid. Pas in 1518 leverde bouwmeester Enrique Egas het ontwerp voor de eigenlijke kathedraal in gotische stijl; in 1523 werd met de bouw begonnen. Egas werd in 1528 al ontslagen en opgevolgd door Diego de Siloé, die een nieuw ontwerp in Renaissancestijl indiende, gebruik makend van de al gelegde fundamenten. Hij ontwierp een vrijwel rond priesterkoor in het oosten, dat met steun van Karel V voortvarend gebouwd werd en in 1561 in gebruik genomen kon worden. Karel V had het monument als mausoleum van de Spaanse koningen gedacht, maar die functie kreeg uiteindelijk het klooster Escorial bij Madrid. Vervolgens vorderde het werk maar langzaam. Siloé stierf in 1563 en zijn ontwerp zou nog herhaaldelijk worden aangepast. Zo werd de westgevel ontworpen door Alonso Cano vlak voor diens dood in 1667. In 1704 werd de bouw gestaakt. Van de twee geplande torens bleef de noordelijke onvoltooid, en op de plaats van de tweede toren verrees van 1705 tot 1759 de barokke koepelkerk Iglesia del Sagrario in de vorm van een Grieks kruis.
Het ronde priesterkoor van Siloé in zuivere renaissancestijl is architectonisch het belangrijkste en origineelste onderdeel van de kathedraal. De diameter is 22 meter, de hoogte tot aan het gewelf 45 meter. Een omgang met kapellenreeks omkranst dit priesterkoor. Het schip is een minder geslaagd product van verschillende ontwerpers. Hoewel de pijlers van het schip in Renaissancestijl zijn vormgegeven, heeft men voor de gewelven teruggegrepen op de gotische kruisribgewelven. In het schip vallen vooral de twee grote vergulde orgels op uit de achttiende eeuw. In de hoofdkapel bevinden zich in Antwerpen vervaardigde gebrandschilderde vensters uit de zestiende eeuw met voorstellingen uit het leven en lijden van Jezus. In de nissenrij daaronder is een reeks van zeven grote doeken van Alonso Cano aangebracht met taferelen uit het leven van Maria. De kathedraal bezit nog verscheidene andere werken van Cano, zoals een beeldje van De onbevlekte Ontvangenis in de sacristie. (Bron: Wikipedia)

Reacties

Nog geen reacties.

  •