Hoewel het water merendeels snel verdampt dan wel wegzwijgt in de zandige bodem, blijft er voldoende over voor een netwerk van heldere beekjes, lagunes en draslanden, waardoor het landschap zich weldra tooit met groen; daar komen dan hele drommen herbivoren op af, op de hielen gevolgd door leeuwen en luipaarden. In het met riet en papyrus omzoomde water groeien blaasjeskruiden, die met hun vangblaasjes kleine waterdiertjes verschalken en verteren.