Foto navigatie
K008392
ID: K008392
Het gebied waar nu Granada ligt werd al in de 8e eeuw v.Chr. bewoond door Iberische volkeren, en heette toen “Ilturir”. Deze naam sloeg niet op één concrete nederzetting, maar op de gehele omgeving. Het gebied werd later onder meer bewoond of ‘gebruikt’ door de Feniciërs, Tartessos, Grieken en Carthagenen. Er bestaan sporen van een verdedigingsmuur uit de 6e eeuw v.Chr., de stad droeg toen de naam “Lliberri”. In het jaar 193 v.Chr. werd “Lliberri” echter veroverd door de Romeinen. De Romeinen stichtten op 15 km afstand van het huidige Granada een nederzetting, die zij de naam “Lliberis” gaven. In de 7e eeuw kwam het gebied in handen van de Moren. Inmiddels hadden joden enkele kilometers ten noorden van “Lliberis” een dorpje gesticht, genaamd "Gárnata" of "Gárnata al-yahud" (Granada van de joden). Dit Granada kende in deze periode weinig betekenis en werd overschaduwd door het zuidelijkere “Lliberis” (of Elvira), dat de hoofdplaats was van een provincie in het Kalifaat van Cordoba. De werkelijke stichting van het huidige Granada vond plaats met de komst van de Berberse vorst Zawi ibn Ziri in de 11e eeuw. Met het uiteenvallen van het Kalifaat van Cordoba, vestigde hij zich in Elvira en maakte het de hoofdstad van zijn eigen emiraat. Omdat het laaggelegen Elvira slecht te verdedigen was tegen aanvallen, besloot deze Ziri ibn Zawi om zijn residentie te verplaatsen naar Granada. Hiermee werd het joodse gehucht in een korte periode getransformeerd in een van de belangrijkste steden van Andalusië. Ziri ibn Zawi en zijn nakomelingen maakten deel uit van de Ziriden dynastie van Granada en waren verwant aan de Berberse Ziriden-familie van Tunesië. Een belangrijk deel van de monumenten in de stad zijn door hun gebouwd, zoals de Albaicín.
Na de stadsverhuizing begon een periode van vele oorlogen om de macht over Al-Andalus. Het Rijk van Granada was in 1035 al één van de zogenaamde Taifarijken. Naar aanleiding van de publicatie van een anti-Semitisch gedicht door een belangrijke dichter van Granada, vond in 1066 een grote moordpartij op joden plaats met duizenden doden. De joodse vizier van de Ziriden, Joseph ibn Naghrela, werd door een menigte gekruisigd en de joodse wijk deels verwoest. Met de komst van de Almoraviden en de Almohaden keerde enigszins wat eenheid en rust terug in het gebied. Met de val van de Almohaden werd in 1232 de macht overgenomen door Alhamar, die opnieuw een koninkrijk van Granada maakte. Maar liefst twintig verschillende sultans werden koning van dit rijk.
De val van het Moorse Rijk in 1492 was één van de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van Granada. Het maakte een einde aan 800 jaar islamitische heerschappij op het Iberisch Schiereiland. De Moslims en Joden werden door het katholieke koningspaar (Ferdinand II van Aragon en Isabella van Castilië) gedwongen tot bekering, en werden zo niet uit het land verbannen. Diegenen die de zogenaamde Spaanse Inquisitie overleefden, vluchtten naar Noord-Afrika. Ook de Arabische taal verloor haar rol in Granada, en werd vervangen door het Spaans; de moskeeën werden veranderd in katholieke kerken. Ondanks de vele gevechten groeide Granada door, en het was in de 15e eeuw één van de rijkste steden van Europa, met een inwonertal van 50.000. Tijdens de regering van Sultan Alhamar in tijd van de Moren, was het Alhambra gebouwd. Het huidige Alhambra werd echter pas geconstrueerd in de 17e eeuw, en functioneerde als het nieuwe regeringspaleis voor de stad. In het district Albaicín woonden de ambachten en de adel, in dat district had men onder andere al een universiteit, fabrieken en douanes. De Joodse bevolking leefde in deze tijd in de wijk El Realejo.
Na de val van het Moorse Rijk groeide het nieuwe en verenigde Spanje al gauw uit tot één van de machtigste landen ter wereld, door de kolonisatie van de Nieuwe Wereld onder leiding van Christoffel Columbus. (Bron: Wikipedia)

Reacties

Nog geen reacties.

  •